SportsWatch Pocket Pro

Alle SportsWatch versies hebben een aantal modes. Je kunt de mode selecteren in de keuzelijst linksboven. Op de afbeelding hier links zie je welke modes deze SportsWatch versie heeft. Om het onderscheid nog duidelijker te maken (je moet ondanks de ruime mogelijkheden snel en intuïtief kunnen werken) heeft elke mode ook een kleurcombinatie gekregen.

In principe heeft elke mode een 'Recall' functie, die de opgenomen tijden opnieuw kan tonen. In de 'Pro' versie kunnen in alle modes namen van sporters worden geselecteerd, dus bij de 'Recall' worden naast tijden ook namen getoond. Alle geklokte gegevens kunnen eenvoudig worden gedownload naar PC en worden verwerkt in Microsoft Excel of een ander programma.

Afhankelijk van de mode zijn er opties in te stellen, daarvoor moet je klikken op 'Options'. Bij het starten van het programma wordt eerst het venster 'Today' getoond alwaar de datum en tijd wordt getoond en andere gegevens. In die situatie kunnen opties worden ingesteld die voor alle modes gelden.

Hieronder wordt elke mode kort toegelicht.

Race mode

De werking van de Race mode is vergelijkbaar met 'normale' stopwatches. Met de linkerknop worden de laptijden opgenomen, met de rechterknop wordt de slagfrequentie bepaald. Dit gebeurt door meermalen te drukken, waarna de slagfrequentie wordt berekend.

Tijdens de race wordt de lopende tijd bij elke split even stil gezet boven in het beeld. Bij de finish wordt de linkerknop lang ingedrukt en wordt bovenin de eindtijd getoond. Afhankelijk van het aantal splits worden verschillende pagina's getoond, door herhaaldelijk op de rechterknop te drukken. Als eerste worden gegevens per 4 laps getoond (bij 8 splits dus twee pagina's), daarna wordt eventueel de race in 4 delen opgesplitst (vanaf 8 laps) en tot slot kan een totaalpagina worden getoond met totalen van twee helften en de gehele race.

Door te drukken op de linkerknop worden de gegevens opgeslagen en wordt de klok gereset voor de volgende race. Via Recall kunnen gegevens van eerdere races (ook van andere dagen) worden terug gehaald en via Options kunnen enkele opties worden ingesteld.

Sprint mode

De mogelijkheden in de 'Sprint' mode zijn vergelijkbaar met die in de 'Race' mode, alleen worden in deze mode sprints opgenomen. Het is mogelijk een sprint op te nemen van 1 of van 2 laps, in het laatste geval kunnen ook twee slagfrequenties worden gemeten.

Na de finish wordt met behulp van kleuren aangegeven of de sprint beter of minder goed is dan de vorige of de beste sprint, van dezelfde sporter. In het geval dat een sporter slecht aantikt, kunnen de opgenomen gegevens worden gecorrigeerd (dit is ook mogelijk in Race mode).

Vooral door de directe vergelijking met de beste en vorige sprint, kan de sporter veel beter gecoacht worden. Wanneer na een eerste sprint het advies is om de frequentie te verhogen, kun je na de tweede sprint ook vertellen of de frequentie inderdaad hoger was.

Interval mode

De Interval mode is vergelijkbaar met Race mode, maar nu wordt de tijd afwisselend gestart en gestopt. Op deze manier kan een opdracht met rust intervallen worden opgenomen. Het aantal fracties en laps is instelbaar in Options.

Gedurende de rusttijd, stopt de tijd voor de sporter, maar op het scherm wordt wel (in een rode kleur) de rusttijd getoond. Hiermee kan worden gecontroleerd of de sporter zich houd aan de rusttijd, of de coach kan aftellen zodat de sporter op tijd start voor de volgende baan. Uiteraard wordt niet automatisch gestart met het volgende interval, voor 4 intervallen moet 8 maal op de linker knop worden gedrukt. Voor 4 dubbele intervallen moet 12 maal worden gedrukt. De rechter knop is beschikbaar voor het opnemen van de slagfrequentie.

Na de opdracht worden de gegevens op verschillende pagina's getoond, zie hiervoor de toelichting bij de 'Race' mode.

Repeat mode

Met deze mode kan een groep worden geklokt, tijdens een opdracht met herhalingen. Allereerst wordt de starttijd en de tussenruimte tussen de sporters ingevoerd. Vervolgens word de klok gestart.

Gedurende de opdracht kan op elk moment van een sporter een frequentie worden gemeten. Onafhankelijk daarvan kunnen continu tijden worden opgenomen van sporters die aantikken. Bij het berekenen van de tijden wordt uiteraard rekening gehouden met de tijd die een sporter later gestart is. Voorbeeld: als sporters 5" na elkaar starten en binnenkomen op 1'06", 1'12" en 1'18" dan hebben deze sporters respectievelijk eindtijden van 1'06", 1'07" en 1'08".

Ook wordt vanaf de tweede fractie aangegeven of de sporter duidelijk langzamer of sneller wordt in vergelijking met de vorige herhaling. Bovenin is te zien met welke herhaling de groep bezig is. Ook de totaal benodigde tijd en de resterende tijd kan worden getoond. Met minimale inspanning heeft de trainer dus na de training een overzicht in Excel van de tijden en frequenties. Zonder pen en papier!

Counters mode

Met deze mode kunnen een tot drie timers worden gestart, die elkaar afwisselen. Zo is het mogelijk om trainingen te doen op basis van tijdsintervallen. In deze mode worden dus geen tijden opgenomen, deze mode dient puur als ondersteuning bij het uitvoeren van opdrachten door middel van geluidssignalen.

Per timer kan worden ingesteld hoe vaak de timer moet lopen voordat de volgende timer wordt gestart, hoe lang een timer moet lopen, en eventueel kan een verandering in het interval worden ingesteld. Deze wordt dan elke ronde toegepast waardoor het interval eventueel oploopt of afloopt (bijvoorbeeld 30", 28", 26", etc).

In de linker bovenhoek wordt de verstreken tijd getoond en de tijd die nog rest in het interval. Rechtsboven wordt de ronde getoond en wanneer een timer meermalen loopt wordt getoond de hoeveelste keer de timer op dit moment het interval loopt. Via Options kunnen geluiden worden ingesteld voor elke timer. Deze mode is uiteraard ook heel geschikt voor zaaltrainingen!

Pacer mode

Met de Pacer mode kan een metronoom worden gestart, die een repeterend signaal geeft met een instelbare frequentie. Een sporter die moeite heeft om in een bepaalde frequentie te bewegen, kan zo vlak voor een race een bepaald ritme zien of beluisteren.

De frequentie kan worden aangepast met de kleine knoppen. Met de bovenste rij van vier knoppen kan de frequentie worden verlaagd met 10 of 1 en worden verhoogd met 1 of 10. De andere kleine knoppen zijn geheugenplaatsen. Met deze knoppen kan de frequentie ineens op een bepaalde waarde worden gezet door kort op deze knoppen te drukken, of de huidige frequentie kan aan deze knop worden verbonden door er lang op te drukken. Per sporter kunnen 4 frequenties worden opgeslagen in het geheugen, door een sporter te selecteren in de keuzelijst worden direct zijn of haar frequenties getoond.

De klok kan worden gestart en gestopt met de grote knop geheel linksonder. Als de klok loopt, wordt een visueel signaal gegeven door de gekleurde vlakken, er kan ook een geluidssignaal worden ingesteld via Options. Met de knop rechtsonder kan een frequentie worden opgenomen door er herhaaldelijk op te drukken. Vervolgens kan die frequentie worden opgeslagen in een van de geheugenplaatsen, etc.